De onbekende stofwisselingsstoornis
Wat is Kryptopyrrolurie (KPU) bij paarden?
Bij Kryptopyrrolurie (KPU) gaat het niet om een ziekte, maar om een verstoring van de ontgiftingsstofwisseling.
De symptomen kunnen daarom zeer uiteenlopend zijn.
Symptomen van KPU
Deze stofwisselingsstoornis kan leiden tot een breed scala aan gezondheidsproblemen. De zichtbare symptomen variëren van darmklachten zoals mestwater, diarree of terugkerende koliek, tot huidaandoeningen zoals mok, rasp, netelroosaanvallen, eczeem, maar ook allergieën, chronische luchtwegaandoeningen, hoefbevangenheid, pees- of tussenpeesblessures, prestatieverlies en nog veel meer. Omdat het ziektebeeld zo divers is, werd de onderliggende stoornis lange tijd niet als zodanig herkend. In plaats daarvan werden alleen de zichtbare klachten behandeld. Als gevolg daarvan hebben veel getroffen paarden een lange lijdensweg achter de rug en zijn ze vaak “multimorbide”. Dat wil zeggen dat ze meerdere aandoeningen tegelijk hebben, zoals chronische hoest, zomereczeem en mestwater. Ook worden ze vaak “non-responders” genoemd – paarden die niet of nauwelijks op medicijnen en therapieën reageren. Daarnaast hebben deze paarden vaak sterke reacties op medicatie en ontwikkelen ze regelmatig overgevoeligheden voor wormenkuren of zelfs vaccinschade. Bij veel paarden zijn de symptomen in de zomer, tijdens de weidegang, minder duidelijk dan in de winter. In de winter zijn de klachten vaak sterker wanneer het paard kuilvoer krijgt, vergeleken met hooi.

Hoe ontstaat KPU?
Om dit te begrijpen, moeten we kijken naar de processen die in de lever van het paard plaatsvinden. In de lever vindt namelijk de ontgifting plaats. Dat betekent dat alle afvalstoffen die in het lichaam vrijkomen, evenals alle opgenomen gifstoffen, zoals schimmelgiften, medicijnen of giftige planten, via de zogenoemde biotransformatie onschadelijk moeten worden gemaakt.
Ontgifting in de lever: Fase 1
Deze ontgifting verloopt in twee fasen. In fase 1 worden de giftige stoffen eerst omgezet. Daarbij ontstaan tussenproducten die soms giftiger zijn dan de oorspronkelijke stoffen. Daarom is het belangrijk dat fase 2 direct op fase 1 volgt.
Ontgifting in de lever: Fase 2
In fase 2 worden de giftige stoffen verder geneutraliseerd en zo veranderd dat ze uiteindelijk kunnen worden uitgescheiden. Na deze stap geeft de lever de afvalstoffen aan de bloedbaan af, zodat ze via de nieren met de urine het lichaam kunnen verlaten. Om fase 2 van de ontgifting goed te laten verlopen, is een katalysator nodig. Bij paarden is dit Pyridoxal-5-Fosfaat (P5P), de geactiveerde vorm van vitamine B6.
Wanneer de katalysator P5P ontbreekt
Ontbreekt P5P, dan stopt de biotransformatie na fase 1, en blijft het lichaam achter met een omgezette, maar nog steeds giftige stof die niet kan worden uitgescheiden. Bij een gezond paard wordt P5P in voldoende mate geproduceerd door het microbioom in de dikke darm (de darmflora). Omdat paard en darmflora in symbiose leven en het paard altijd voldoende van deze stof uit de darmflora krijgt, heeft het in de loop van de evolutie blijkbaar het vermogen verloren, of nooit ontwikkeld, om vitamine B6 zelf om te zetten in P5P. Bij paarden ontstaat een tekort aan P5P doorgaans door beschadigingen aan de darmflora. Daarom is KPU bij paarden niet te vergelijken met KPU/HPU bij mensen.

Spoorelemententekort door defecte ontgiftingscascade*
Wanneer P5P ontbreekt en fase 2 van de biotransformatie niet normaal kan verlopen, begint de lever afvalstoffen te binden aan bepaalde spoorelementen, zodat in elk geval een deel daarvan toch kan worden uitgescheiden. Hierbij gaat het in de eerste plaats om zink en selenium, maar ook zwavel, mangaan of ijzer kunnen hiervoor worden gebruikt. Omdat paarden zeer gevoelig reageren op een zinktekort in het bloedbeeld, maar vaak beter bestand zijn tegen een tekort aan selenium of mangaan, wordt juist een zinktekort vaker zichtbaar in het bloedonderzoek.
*Cascade = In de biochemie een opeenvolging van reacties binnen een stofwisselingsproces.
Seleniumtekort – een wijdverbreid verschijnsel
Bij veel paarden wordt een seleniumtekort vastgesteld in het bloedbeeld. Vaak wordt dit toegeschreven aan seleniumarme bodems. Veel vaker is de oorzaak echter niet een gebrekkige opname, maar een te hoog verbruik door een niet goed functionerende ontgiftingscascade. Het bijvoeren van seleniumpreparaten verhoogt de seleniumspiegel in het bloedplasma weliswaar tijdelijk, maar kort na het stoppen met deze middelen is het tekort vaak alweer aantoonbaar. Er is in feite geen sprake van een “echt tekort”, maar van een verborgen zinktekort, dat voortkomt uit een tekort aan P5P. De oorzaak van dit P5P-tekort en daarmee de verstoorde ontgifting, ligt bij een dysbalans van het microbioom in de dikke darm.
Symptomen van zinktekort
Door het door KPU veroorzaakte, latente of reeds in het bloed aantoonbare zinktekort, evenals door het verhoogde verbruik van zwavel, ontstaan vaak secundaire ziekten en symptomen zoals eczeem, mok, slechte hoefgroei, moeizame verharing, dunne manen en staart, een zwak immuunsysteem met allergieën, verhoogde vatbaarheid voor infecties of chronische hoest. Hoe meer mineralen in een tekort raken, des te meer klachten en symptomen treden op en des te minder reageert het paard nog op therapieën of medicatie.
Hoe ontstaat dit?
De oorzaak van KPU is dus het tekort aan P5P. Maar hoe kan dat gebeuren? De meeste muesli’s, brokken en mineralenvoeders bevatten ruimschoots vitamine B6. Het gaat hierbij echter om de niet-actieve vorm, die het paard zelf niet kan activeren. Ook biergist is geen goede bron van P5P. Daarom is het belangrijk het natuurlijke microbioom van het paard weer in staat te stellen normaal te functioneren. Op die manier wordt het paard automatisch voorzien van alle actieve B-vitaminen, vitamine K en veel essentiële aminozuren en vetzuren, die eveneens door de darmflora worden geproduceerd. Daarnaast moet alles worden vermeden wat de darmflora van het paard verstoort. Deze verstoringen komen voornamelijk door ongeschikte voeding.

Wat kun je eraan doen?
Bij een vermoeden van KPU is het raadzaam een urinetest te laten uitvoeren, ook als het bloedbeeld geen afwijkingen vertoont. Deze test wordt aangeboden door het laboratorium www.sension.eu.
1. Urinetest
Bij deze test worden twee waarden bepaald: Indikan als indicator voor rottingsprocessen in de darm en Kryptopyrrol als waarde voor de ontregeling van de leverstofwisseling. Vooral de Indikan-waarde is bij paarden veelzeggend, omdat deze al in een vroeg stadium op een beginnende KPU kan wijzen, zelfs als de lever nog kan compenseren. Is de uitslag positief, dan is begeleiding door een therapeut noodzakelijk voor de juiste therapeutische en ondersteunende maatregelen. Deze kunnen namelijk variëren, afhankelijk van de hoogte van de waarden, het paardenras, de leeftijd en eventuele reeds bestaande gezondheidsproblemen. Bevoegde therapeuten uit het Sanoanimal-netwerk zijn te vinden via info@sanoanimal.nl.
2. Voeding optimaliseren
De eerste stap is altijd het optimaliseren van de voeding. Het paard moet 24 uur per dag toegang hebben tot goed, stengelig hooi, zodat de darmflora weer voldoende voeding krijgt. Voedselpauzes van langer dan vier uur moeten absoluut worden vermeden. Kuil en andere gefermenteerde producten moeten volledig uit het rantsoen worden geschrapt. Ook voedingsmiddelen die slecht verteerbaar zijn, zoals brood, bananen, grote hoeveelheden wortels of appels, grote hoeveelheden appelpulp of krachtvoer met “structuur” in de vorm van groene stengels of kaf, dienen te worden vermeden.
3. Darmreiniging en regeneratie
Een darmreiniging is noodzakelijk om de darmflora weer in balans te brengen. Gedurende zes weken worden OKAPI Bitterkruiden parallel aan OKAPI Lapachoschors gegeven. In de eerste en laatste twee weken van deze kuur kan daarnaast OKAPI Zoethoutextract worden toegediend. Heeft het paard last van darmproblemen zoals mestwater, dan moet de therapeut het reinigingsprogramma daarop aanpassen.
4. KPU-therapie
Paarden met KPU hebben in ieder geval een aanvulling met essentiële B-vitaminen en zink nodig. Beide zijn aanwezig in OKAPI HeparKPU forte, samen met plantaardige werkstoffen die rottingsprocessen in de darm tegengaan. Afhankelijk van de urinewaarden moet dit preparaat minimaal gedurende 6 tot 18 maanden worden gegeven. Als het paard eerder kuil of voordroog gevoerd kreeg, is daarnaast een stabilisatie van de pH-waarde noodzakelijk. Hiervoor kan OKAPI Prodic elke twee weken gedurende 3 maanden worden toegediend. Daarnaast wordt in alle gevallen een kuur met OKAPI Spirulina (als poeder of brokjes) aanbevolen. Spirulina bindt gifstoffen in het lichaam en wordt via de lever, gal en darm uitgescheiden, waardoor ook de nieren worden ontlast. OKAPI Spirulina kan worden gegeven in de weken waarin OKAPI Prodic niet wordt gebruikt.

Langdurige ondersteuning
KPU-paarden hebben na de darmreiniging ook op de lange termijn baat bij voortdurende ondersteuning van de stofwisseling, totdat het lichaam weer in balans is. Wij adviseren hiervoor de toediening van OKAPI Vierseizoenenvoer als gezonde kruidenaanvulling. OKAPI Esparcette is het perfecte graanvrije alternatief voor krachtvoer. Daarnaast moet het mineraalevenwicht worden gewaarborgd met OKAPI Mineralenvoer.

- Geautomatiseerde mestafvoer in de paardenstal - 22. oktober 2025
- Drinkwatersystemen in de paardenstal - 22. oktober 2025
- Automatische hooivoeding in de paardenstal - 22. oktober 2025
