Lesedauer 4 Minuten  

Waarom weegschaal, BCS en onderbuikgevoel vaak misleiden

De belangrijkste punten in het kort:

  • Alleen het gewicht is geen betrouwbare indicator voor over- of ondergewicht.
  • Dagvorm, waterhuishouding en de vulling van het maagdarmkanaal kunnen ± 20–40 kg verschil maken.
  • Paardentypes verschillen sterk: slank betekent niet automatisch “te mager”, compact niet automatisch “vet”.
  • De Body Condition Score (BCS) levert alleen bij warmbloeden betrouwbare resultaten.
  • De Sanoanimal-app onderscheidt paardentypes en kan vet, spiermassa en lymfe van elkaar onderscheiden.
  • Voortgangscontroles zijn cruciaal voor onderbouwde managementbeslissingen.

Alleen het gewicht zegt weinig

Een blik op de weegschaal kan bij paarden zeer misleidend zijn. Stond de paardenweegschaal de vorige keer in de late herfst op stal, toen de weides waren afgegraasd, dan weegt hetzelfde paard in het voorjaar—vlak nadat het vier uur op het sappige gras heeft gestaan—aanzienlijk meer dan een half jaar eerder, terwijl het er precies hetzelfde uitziet. Hoe is dat mogelijk?

Al de vulling van darmen en blaas, de waterhuishouding of een aanstaande vachtwisseling kunnen het gewicht met 20 tot 40 kilo laten schommelen—zonder dat de lichaamsconditie werkelijk is veranderd. Voor het management is het aantal kilo’s een nuttige richtwaarde, vooral als je het paard steeds in hetzelfde seizoen weegt, maar het is niet geschikt als enige basis voor de beoordeling van de voedingstoestand.

Paardentypes in het oog houden

Van slank volbloed tot massief koudbloed is de bandbreedte van paardenlichamen groot. Volbloeden ogen bij een optimale conditie meestal zeer slank: lange, vlakke spieren, weinig manenkam. Barokpaarden of koudbloeden brengen van nature meer massa en rondingen mee, net als de meeste westernpaarden. Ponytypes hebben vaak een zeer ronde ribboog. Daardoor zien ze er snel “bol” uit, zonder dat ze per se overgewicht hebben.

“Compact” moet je dus niet verwarren met “vet”—net zomin als “slank” automatisch “te mager” betekent. Een Tinker zal van nature altijd “meer” ogen en ook meer kilo’s op de weegschaal brengen dan een even grote Arabier. Doorslaggevend is waar het “te veel” zich ophoopt en of de conditie in de tijd verandert.

Body Condition Score: voordelen en grenzen

De Body Condition Score (BCS) is ontwikkeld omdat het gebruik van de weegschaal bij paarden slechts beperkt werkt. In plaats daarvan beoordeelt hij ophopingen op typische plaatsen zoals de manenkam, overgang van schouder naar borst, ribben, lendenen en staartaanzet. Het doel is dat de ribben goed voelbaar maar niet zichtbaar zijn, overgangen zacht ogen en er geen uitgesproken vetkussentjes te vinden zijn.

De BCS heeft echter twee zwaktes: hij gooit spiermassa, vet en lymfe min of meer op één hoop én houdt geen rekening met het paardtype. Daarom levert de BCS in wezen alleen bij warmbloeden echt betrouwbare resultaten. Bij andere rassen kan hij tot duidelijke misinschattingen leiden.

De Sanoanimal-app – betrouwbaarder dan weegschaal en BCS

De gratis Sanoanimal-app leidt je stap voor stap door de beoordeling van je paard. Ze houdt rekening met het paardtype, onderscheidt spiermassa, vet en lymfe en slaat de resultaten op voor het verloop. Zo kun je bijvoorbeeld zien of een gewichtstoename komt door gewenste spieropbouw, door vetopslag als gevolg van minder training, of door lymfatische ophopingen – bijvoorbeeld rond de vachtwisseling.

Praktische tips

  • Fixeer je niet op het aantal kilo’s – maak in plaats daarvan regelmatig foto’s vanuit dezelfde perspectieven en gebruik de app. Zo zie je veranderingen beter en eerder.
  • Houd rekening met het paardtype: een dikke hals kan ras- of zelfs geslachtstypisch zijn, bijvoorbeeld bij hengsten. Ongewone “kussentjes”, een harde manenkam of een gezwollen koker zijn echter waarschuwingssignalen.
  • Ribben-check: ribben moeten altijd licht voelbaar zijn. Bij het buigen van het paard moeten ze aan de buitenzijde ook zichtbaar worden. Lijkt je paard “ribloos”, dan is er waarschijnlijk sprake van overgewicht – of dat door vet of lymfe komt, bepaal je in de volgende stap.

Betere beslissingen voor voeding, training en management

Als je de lichaamsconditie nauwkeurig inschat, kun je voeding, trainingsplan en huisvesting gericht aanpassen. De combinatie van typebeoordeling, het onderscheid tussen spier/vet/lymfe en voortgangsdocumentatie zorgt ervoor dat je een passend voer- en eventueel therapie- en trainingsplan kunt opstellen dat leidt tot duurzame gewichtsregulatie. Ben je onzeker, dan kun je via het Sanoanimal-therapeutennetwerk een neutrale beoordeling door een professional krijgen – inclusief tips voor passende aanpassingen in voer of training.

Team Sanoanimal