Lesedauer 10 Minuten  

De ultieme gids voor het begrijpen van paardenvoer-etiketten voor bewuste paardeneigenaars

Het belangrijkste in het kort

  • Verplichte vermeldingen zijn wettelijk voorgeschreven: samenstelling en eventueel analytische bestanddelen en additieven moeten op elk etiket staan
  • Volgorde geeft uitleg over hoeveelheden: ingrediënten zijn in aflopende volgorde van gewicht vermeld – het eerste komt het meest voor
  • Verborgen informatie ontdekken: veel belangrijke details staan in de kleine lettertjes of tussen de regels
  • Marketing van feiten onderscheiden: reclameclaims leiden vaak af van de werkelijke ingrediënten
  • Transparante producenten kiezen: volledige declaraties tonen kwaliteitsbewustzijn
  • Kennis van etiketten bespaart geld: wie etiketten goed leest, herkent overprijsde marketing en vindt echte kwaliteit
  • Wettelijke minimumeisen zijn vaak niet genoeg: de beste producenten gaan verder dan het verplichte programma

Het voedseletiket is als het identiteitsbewijs van het paardenvoer – het onthult alles wat belangrijk is over de inhoud en de kwaliteit. Toch voelen de meeste paardeneigenaren zich overweldigd bij het zien van de vele vaktermen, procentuele aanduidingen en E-nummers. Terwijl het lezen van etiketten een van de belangrijkste vaardigheden is voor iedereen die zijn paard optimaal wil voeren.

Waarom etiketten lezen van levensbelang is

Gezondheid begint bij het voer

De kwaliteit van het paardenvoer bepaalt in hoge mate de gezondheid, het prestatievermogen en het welzijn van het paard. Voer van mindere kwaliteit kan leiden tot stofwisselingsproblemen, koliek of langdurige gezondheidsschade. Wie de taal van de etiketten begrijpt, kan deze risico’s minimaliseren en zijn paard een optimale voeding bieden.

Marketingvalkuilen vermijden

Kleurrijke verpakkingen en verleidelijke reclameslogans zeggen niets over de werkelijke kwaliteit. Termen als “natuurlijk”, “premium” of “traditioneel” zijn niet beschermd en kunnen naar believen worden gebruikt. De waarheid staat in de kleine lettertjes – op het voedseletiket.

Geld besparen door kennis

Wie etiketten goed kan interpreteren, ziet snel of een duur voer zijn prijs waard is of dat een goedkoper product dezelfde kwaliteit biedt. Vaak betalen paardeneigenaren voor luxe verpakkingen en marketing, terwijl de werkelijke ingrediënten gemiddeld zijn.

Wat wettelijk op ieder etiket moet staan

De verplichte informatie in één oogopslag

Elk paardenvoer moet bepaalde informatie bevatten die wettelijk is voorgeschreven. Deze minimumvermeldingen moeten consumenten in staat stellen om weloverwogen beslissingen te nemen:

  • Productbenaming en voertype moeten duidelijk herkenbaar zijn. Termen zoals “aanvullend diervoeder” of “enkelvoudig diervoeder” hebben een wettelijke betekenis en geven aan of het voer als volledige voeding volstaat (“volledig diervoeder”) of moet worden aangevuld.
  • Samenstelling vermeldt alle gebruikte grondstoffen, beginnend met het grootste gewichtspercentage. Deze informatie is bepalend voor de kwaliteitsbeoordeling en moet zo gedetailleerd mogelijk zijn.
  • Analytische bestanddelen geven de belangrijkste voedingswaarden aan – ruw eiwit, ruw vet, ruwe celstof en ruw as. Deze waarden maken het mogelijk producten met elkaar te vergelijken.
  • Toevoegingsmiddelen omvatten alle kunstmatig toegevoegde stoffen, van vitaminen en sporenelementen tot conserveermiddelen. Elke toevoegingsstof moet met de correcte naam én met het nummer waaronder deze in de diervoederwetgeving is geregistreerd, worden vermeld.

Vrijwillige informatie als kwaliteitskenmerk

Hoogwaardige producenten gaan vaak verder dan de wettelijke minimumvereisten. Extra informatie zoals gedetailleerde voedingswaarden (bijv. suikergehalte), voederadviezen of herkomstaanduidingen tonen kwaliteitsbewustzijn en transparantie. Sommige producenten, zoals bijvoorbeeld OKAPI, vermelden niet alleen de verplichte informatie, maar ook alle gebruikte stoffen – zelfs die volgens de diervoederwetgeving niet verplicht gedeclareerd hoeven te worden. Dergelijke uitgebreide vermeldingen zijn een teken van serieuze producenten die niets te verbergen hebben.

Waar vind je wat op het etiket?

De anatomie van een diervoederetiket

Diervoederetiketten volgen meestal een vergelijkbare opbouw, ook al verschilt de visuele vormgeving. De belangrijkste informatie is vaak op verschillende plaatsen terug te vinden:

  • Voorzijde of kopregel bevat meestal de productnaam, het merk en de opvallendste reclame-uitingen. Soms staan hier ook basisgegevens zoals “aanvullend diervoeder voor paarden”, maar afhankelijk van de filosofie van de fabrikant kan dit ook elders worden vermeld.
  • Achterzijde, zijkanten of onderste etiketgedeelte bevatten de gedetailleerde verplichte informatie: samenstelling, analytische bestanddelen en toevoegingsmiddelen staan hier vaak in kleinere letters – maar juist deze secties zijn het belangrijkst voor de kwaliteitsbeoordeling. Daarbij vind je de aanbevolen hoeveelheid per dier per dag en extra gegevens zoals voederinstructies. Opslaginstructies geven inzicht in de houdbaarheid en stabiliteit van het product. Vooral gevoelige ingrediënten vereisen specifieke bewaarcondities, die op het etiket vermeld moeten staan.
  • Deksel of bodem dragen vaak het batchnummer, de ten minste houdbaar tot-datum en eventueel extra gegevens van de producent. Deze informatie is belangrijk voor de traceerbaarheid en versheid van het product.

Verborgen informatie opsporen

Sommige belangrijke details zijn te vinden op minder opvallende plekken. Voederadviezen zeggen vaak meer over de nutriëntendichtheid dan de kale analysewaarden. Als een producent zeer grote dagelijkse hoeveelheden aanbeveelt (bijv. 2 kg per paard per dag van een muesli), duidt dat op een lage nutriëntconcentratie. Je voert dan veel lege calorieën, die helaas wel duur betaald worden – want hoe groter de zak, hoe meer geld men er vaak voor neertelt.

De belangrijkste termen begrijpen

Diervoederrechtelijke vaktaal ontcijferen

Het diervoederrecht gebruikt specifieke termen die voor leken verwarrend kunnen zijn, maar een precieze betekenis hebben:

  • Volledig diervoeder dekt in theorie alle voedingsbehoeften van het paard en kan als enige voerbron worden gegeven. In de praktijk hebben paarden echter altijd ruwvoer nodig, waardoor je de term “volledig diervoeder” meestal alleen op honden- of kattenblikvoer tegenkomt.
  • Enkelvoudig diervoeder bevat precies één toegestane grondstof als diervoeder. Koop je bijvoorbeeld rozenbottels als traktatie of puur MSM ter ondersteuning van de vachtwisseling, dan gaat het om enkelvoudig diervoeder. Deze zijn bedoeld om het rantsoen met zeer specifieke voedingsmiddelen aan te vullen.
  • Aanvullend diervoeder is bedoeld om het normale voerrantsoen aan te vullen. De meeste krachtvoeders voor paarden vallen in deze categorie, maar ook bijvoorbeeld kruidenmengsels of speciale voedercombinaties die worden aangeboden voor gewrichten, spieropbouw, luchtwegen of spijsvertering.
  • Mineralenvoeder moet het rantsoen verrijken met geconcentreerde mineralen en eventueel vitaminen. Alleen voeders met meer dan 40% ruw asgehalte mogen als “mineralenvoeder” worden aangeduid. Vaak staat er in grote letters “mineralenvoer” op het etiket, terwijl het ruw asgehalte lager is dan 40%. In het kleine lettertype vind je dan de aanduiding “aanvullend diervoeder” – je voert dus veel vulstoffen en weinig mineralen, wat indruist tegen het idee van een mineralenvoeder.

Grondstofbenamingen correct interpreteren

In de ingrediëntenlijst maakt het diervoederrecht onderscheid tussen enkelvoudige voedermiddelen (zoals “haver”, “gerst”) en samengestelde termen (zoals “granen”, “bijproducten van granen”). Enkelvoudige voedermiddelen zijn meestal van hogere kwaliteit, omdat ze precies benoemen wat erin zit. Verzamelbegrippen kunnen grondstoffen van zeer uiteenlopende kwaliteit verbergen – van waardevolle componenten tot goedkope vulstoffen. De ingrediënten worden op het etiket onder de “samenstelling” vermeld, en wel in aflopende volgorde van gewicht. Wat bovenaan staat, zit er dus het meest in.

Hier kan echter mee “gespeeld” worden, wanneer sommige ingrediënten in versgewicht worden afgewogen, andere in drooggewicht, of wanneer bepaalde voedermiddelen duidelijk zwaarder zijn dan andere. Het gaat namelijk om het gewicht bij inwegen, en er is geen verplichting dat alle ingrediënten in dezelfde toestand (vers/droog) moeten worden gewogen. Dus zoals altijd: goed opletten. Zo kan een in kleine hoeveelheid aanwezig maar “zwaar” ingrediënt (zoals haver of gerst) bovenaan de declaratie staan, terwijl volumineuze maar lichte componenten (zoals sojahullen) onderaan staan – ook al vormen die het grootste deel van de zakinhoud. Vooral goedkope “vulmiddelen” zoals structuurkruimel, sojahullen, bietenpulp of appelpulp zijn in wezen lege calorieën die de zak vullen, zonder noemenswaardig bij te dragen aan de voedingswaarde van het voer.

Detailfoto van brokken voer
© Adobe Stock/skif

Veelvoorkomende verwarringen en misverstanden

De procentenval

Veel paardeneigenaren denken dat hogere percentages automatisch beter zijn. Dat klopt maar ten dele. Een krachtvoer met 18% ruw eiwit is niet per se beter dan eentje met 12%, als het eerste voornamelijk laagwaardig eiwit uit bijproducten bevat, terwijl het tweede hoogwaardig eiwit uit volle granen levert.

De natuurlijkheidsmythe

“Zonder kunstmatige toevoegingen” klinkt gezond, maar kan juist een probleem zijn. Paarden hebben bepaalde vitaminen en sporenelementen nodig, die in natuurlijke voercomponenten zoals hooi vaak niet in voldoende mate aanwezig zijn. Serieuze producenten voegen deze gericht toe en vermelden dit transparant op het etiket.

De E-nummer-angst

Additieven krijgen in het diervoederrecht allemaal een nummer, zodat precies kan worden nagegaan om welke chemische variant het gaat. Deze nummers klinken vaak bedreigend, maar zijn meestal veel onschadelijker dan hun slechte reputatie doet vermoeden. Achter E300, ascorbinezuur, gaat bijvoorbeeld onschuldig vitamine C schuil. Doorslaggevend is niet het nummer, maar de functie en noodzaak van de toevoeging.

Kwaliteitssignalen herkennen

Positieve aanwijzingen voor hoogwaardige producenten

Een transparante declaratie is het belangrijkste kwaliteitskenmerk. Producenten die hun samenstellingen gedetailleerd en begrijpelijk vermelden, hebben meestal weinig te verbergen. Extra informatie over herkomst, verwerking of voedingswaarden toont professionaliteit en kwaliteitsbewustzijn. Realistische voederadviezen zijn een ander positief signaal, net als belangrijke aanvullende informatie die niet verdrinkt in bloemrijke marketingtaal. Bestaat het grootste deel van het etiket daarentegen uit goed leesbare marketingproza en staan de daadwerkelijke declaraties in piepkleine letters en misschien ook nog in twintig talen als doorlopende tekst, dan moet je je afvragen wat de producent hier wil verbergen.

Waarschuwingssignalen op etiketten

Benamingen zoals “graanbijproducten” of “plantaardige bijproducten” zijn volledig legaal, maar worden vaak gebruikt om minderwaardige vulstoffen te verhullen. Serieuze producenten benoemen hun grondstoffen concreet.

Overdreven reclamebeloften zouden je sceptisch moeten maken. Als een voer zogenaamd alle problemen oplost en voor elk type paard optimaal is, gaat het waarschijnlijk om marketing in plaats van om feitelijke informatie. Biedt een producent drie verschillende voeders aan die voor drie verschillende paardentypes of gezondheidsproblemen geschikt zouden zijn, maar dezelfde ingrediënten bevatten, dan is de werkzaamheid al zeer twijfelachtig. Kruidensamenstellingen die als “glutenvrij” worden aangeprezen, hooi­cobs die worden geprezen om hun bijzonder lage glycemische index of voeders die de perfecte bespiering beloven, bestaan meestal uit meer marketing dan zinvolle inhoud.

Praktische tips voor het aankopen

De etiket-leesproef

Voordat je een nieuw voer koopt, is het verstandig om de tijd te nemen om het etiket of de declaratie in de webshop zorgvuldig te bestuderen. De wet schrijft overigens voor dat, waar het product te koop wordt aangeboden, ook de volledige etiketdeclaratie te vinden moet zijn – alleen wordt deze door sommige aanbieders heel handig verstopt in downloadbestanden in het derde submenu.

Bij het controleren van het etiket helpen de volgende vragen:
Wat wil ik met het voer eigenlijk bereiken?

Worden de hoofdingrediënten duidelijk benoemd of verschuilen ze zich achter verzameltermen?
Zijn alle ingrediënten geschikt voor paarden en passen ze bij de behoeften van mijn paard?

Zijn alle noodzakelijke toevoegingsstoffen in zinvolle hoeveelheden aanwezig?

Vergelijkbaarheid creëren

Om verschillende voeders met elkaar te vergelijken, moet je niet alleen naar de kiloprijzen kijken, maar ook naar de aanbevolen dagelijkse hoeveelheden. Een voer dat op het eerste gezicht duur lijkt, kan voordeliger zijn als je er minder van nodig hebt. Zo adviseren producenten voor muesli’s vaak hoeveelheden van 2–3 kg per paard per dag om het paard optimaal te voorzien. Dan is de zak van 18 kg in 6–9 dagen leeg en moet je alweer een nieuwe kopen. Voor kruidenmengsels daarentegen wordt meestal slechts 50–150 g per dag aanbevolen. Dan gaat de ogenschijnlijk dure zak van 5 kg ineens 1–3 maanden mee!

Weloverwogen beslissingen nemen

Het lezen van voedermiddelenetiketten is geen geheimzinnige wetenschap, maar een vaardigheid die iedereen kan en zou moeten leren. Wie eenmaal begrijpt hoe etiketten werken, kan onderbouwde beslissingen nemen voor zijn paard en laat zich niet meer misleiden door marketingbeloften. De inspanning loont: beter voer leidt tot gezondere paarden, en doordachte aankoopbeslissingen besparen op de lange termijn geld.

Team Sanoanimal