Lesedauer 5 Minuten  

Waarom wilde paarden geen vliegendekens nodig hebben – en wat wij daarvan kunnen leren

Het belangrijkste in het kort

  • Natuurlijke afweer: Manen, voorpluk en staart – soms ook een dicht zomervacht – vormen de biologische vliegenverjagers van het paard.
  • Fokgerelateerde zwaktes: Moderne paardenrassen hebben vaak minder natuurlijke bescherming dan hun wilde verwanten.
  • Beweging helpt: Voortdurende activiteit houdt insecten op afstand – stalhuisvesting bevordert juist insectenoverlast.
  • Huidreflex: Paarden kunnen insecten afschudden via onwillekeurige huidbewegingen.
  • Gedrag telt: Het zoeken van schaduw en strategisch kiezen van standplaatsen zijn natuurlijke beschermingsstrategieën.

Miljoenen jaren lang hebben paarden in het wild overleefd – helemaal zonder menselijke hulp en zeker zonder vliegendekens. Daarbij werden ze blootgesteld aan dezelfde vervelende insecten als nu – vaak zelfs in veel grotere aantallen. Hoe hebben ze dat gered? Het antwoord ligt in ingenieuze natuurlijke afweermechanismen die bij veel van onze huidige gedomesticeerde paarden helaas niet meer volledig functioneren.

Paarden zijn van nature eigenlijk perfect uitgerust

Maan en voorpluk als levende vliegenverjagers

De lange, dichte voorpluk van een wild paard werkt als een natuurlijk gordijn voor de ogen. Tijdens het grazen bewegen deze haren constant heen en weer, waardoor het voor vliegen bijna onmogelijk wordt om op het gevoelige ooggebied te landen. De manen vervullen een soortgelijke functie voor de hals – precies daar waar paarden bij warmte het meest zweten en dus insecten aantrekken.

Deze natuurlijke constructie is zo effectief dat zelfs lichte luchtbewegingen de haren in beweging brengen, wat een voortdurende afweer creëert. Wat voor ons als een wilde haardos lijkt, is in werkelijkheid een hoogontwikkeld verdedigingssysteem.

De staart – meer dan alleen sier

De paardenstaart is veel meer dan een visueel kenmerk. Hij dient als flexibele, nauwkeurige vliegenverjager die de flanken en buik kan bereiken. Wilde paarden hebben vaak bijzonder lange, dichte staarten die bijna tot aan de grond reiken. Deze lengte is cruciaal: hoe langer de staart, hoe groter het lichaamsoppervlak dat beschermd kan worden.

Wie paarden in de wei observeert, merkt dat de staart bijna nooit stil hangt. Zelfs tijdens het dutten of ontspannen grazen zwaait hij voortdurend heen en weer – een automatische reflex die geen bewuste aansturing vereist. Wanneer de staart het lichaam raakt, spreidt hij zich mooi uit, zodat over een groot oppervlak vervelende insecten worden weggejaagd.

De onderschatte huidreflex

Een vaak over het hoofd gezien aspect van de natuurlijke insectenafweer is de zogenaamde huidreflex. Paarden kunnen hun huid op bijna elk lichaamsdeel reflexmatig laten trillen zodra een insect landt. Deze onwillekeurige reactie werkt vergelijkbaar met onze knipperreflex – razendsnel en zonder bewuste aansturing. Het is dus geen bewuste spierbeweging en werkt zelfs bij een gesedeerd paard.

Dit mechanisme is vooral belangrijk op lichaamsdelen die niet worden bereikt door manen of staart. Daarom is de huidreflex aan de flanken bijzonder sterk ontwikkeld. Het fijne spel van huidspieren kan zelfs de meest volhardende daas tot opgave dwingen.

Wat menselijke invloed heeft veranderd

Esthetiek boven functie

De realiteit in moderne paardenstallen ziet er helaas anders uit. Door gerichte fokkerij zijn bij veel rassen de natuurlijke beschermharen drastisch verminderd. Warmbloedpaarden moeten er elegant en sportief uitzien – weelderige manen en lange voorplukken passen niet in dat gewenste plaatje.

Deze esthetische keuzes hebben praktische gevolgen. Een tot op een handbreedte geknipte voorpluk beschermt de ogen niet meer effectief. Uitgedunde en tot “wedstrijdlengte” geschoren manen verliezen hun functie als insectenbarrière. De prijs voor een “net” uiterlijk is het verlies van natuurlijke bescherming.

Korte staarten, grote problemen

Het inkorten van de staart tot spronggewrichthoogte is vooral in de sportwereld nog steeds populair. Wat netjes en sportief oogt, berooft het paard echter van zijn belangrijkste verdedigingsmiddel tegen insecten op het lichaam.
Een geknipte staart kan de buik en flanken niet meer voldoende bereiken – precies de plekken die het aantrekkelijkst zijn voor stekende insecten.

Altijd in beweging: een natuurlijke strategie tegen insecten

Altijd in beweging

Wilde paarden blijven zelden lang op dezelfde plek. Hun constante beweging is niet alleen gericht op het zoeken naar voedsel, maar dient ook als effectieve bescherming tegen insecten.
Vliegen en muggen hebben het veel moeilijker om te landen op een bewegend doelwit dan op een stilstaand paard.

Strategische plekkeuze

In de vrije natuur kunnen paarden zelf kiezen waar ze verblijven. Ze vermijden instinctief moerassen en stilstaand water waar muggen broeden, en zoeken tijdens het heetste deel van de dag schaduw op. Daar is het niet alleen koeler, maar ook minder aantrekkelijk voor dazen, die vooral bij direct zonlicht actief zijn.

De realiteit in veel stallen is helaas een andere

Onze gedomesticeerde paarden hebben die keuzevrijheid niet. Ze staan waar wij het hek hebben neergezet – vaak zonder schaduw, soms in de buurt van stilstaand water zoals plassen of afwateringsgreppels, of zelfs pal naast de mesthoop, die vliegen aantrekt als een magneet.
Overdag staan ze op de wei zonder enige beschutting, volledig blootgesteld aan dazen.
’s Avonds worden ze op stal gezet, waar de vliegenplaag al op ze wacht. De natuurlijke gedragingen die bescherming bieden tegen insecten kunnen op deze manier niet worden uitgeoefend.

Wat we hiervan kunnen leren

Het inzicht in de natuurlijke beschermingsmechanismen van paarden zou onze keuzes in de paardenhouderij moeten beïnvloeden. In plaats van de evolutie te negeren, kunnen we haar ondersteunen:

  • Manen en voorpluk functioneel bijwerken in plaats van radicaal inkorten
  • Staarten zoveel mogelijk in natuurlijke lengte laten
  • Beweging stimuleren door grotere weides of paddock-trailsystemen
  • Schaduwplekken aanbieden voor de hitte van de middag
  • Weidetijden afstemmen op de natuurlijke actieve periodes van het paard

De natuur heeft miljoenen jaren gehad om perfecte oplossingen te ontwikkelen. In plaats van deze volledig te vervangen, zouden we ze moeten begrijpen en aanvullen – precies daar waar de moderne paardenhouderij tekortschiet. Want een paard dat zijn natuurlijke afweermechanismen kan inzetten, heeft veel minder kunstmatige hulpmiddelen nodig in de strijd tegen vervelende insecten.

Team Sanoanimal