Voldoende hooi, in de zomer op de wei, mineraalvoer, een zoutliksteen – en indien nodig een beetje esparcette of lucerne als eiwitbron. Hiermee is een gezond paard voorlopig goed voorzien.
Maar het paard heeft niet altijd een perfect gezonde start in het leven gehad. Misschien had de moeder al spijsverteringsproblemen of lijdt het jonge paard aan huidproblemen, een overbelast immuunsysteem of spijsverteringsproblemen. Wat kan er in zo’n geval worden gegeven om het paard zo goed mogelijk van start te laten gaan?
Zieke paarden horen in de handen van een bekwame dierenarts of therapeut
Vooraf heel duidelijk: zieke paarden horen in de handen van een bekwame dierenarts of therapeut. Op eigen houtje en met internetinstructies proberen bij een jong paard een acute hoefbevangenheid of een ernstig zomereczeem zelf „weg te behandelen“, is ronduit nalatig.
Maar vaak is het helemaal niet zo dramatisch. Het immuunsysteem is wat verzwakt, omdat het paard net wisselt van tanden en er ook nog een nieuw paard in de groep geïntegreerd wordt. Of de darmen protesteren een beetje, omdat het paard een worminfectie heeft gehad en nu nog last heeft van de nasleep van de wormkuur – en dat uitgerekend midden in het weideseizoen. In zulke gevallen kun je je paard uitstekend zelf ondersteunen.
Bitterkruiden in het begin van de weideperiode
Zo kun je in de weideperiode dagelijks een handvol bitterkruiden bijvoeren. In de natuur eten paarden in het voorjaar vooral kruiden met een hoog gehalte aan bitterstoffen, zoals paardenbloem, of ze knabbelen hier en daar aan bittere boomschors. Deze bitterstoffen helpen de darmen om de overgang van hooi of droog winterstruikgewas naar het sappige voorjaarsgras beter te verwerken.
Bitter- en looistoffen stabiliseren het darmmilieu. Als je dus in het begin van de weideperiode bitterkruiden bijvoert, hebben paarden minder last van winderigheid of „weidediarree“. Zodra de paarden volledig op de wei staan, kun je de bitterkruiden ook weer weglaten. Bitterkruiden kun je bovendien altijd geven wanneer de darmen wat ondersteuning nodig hebben, bijvoorbeeld na een ontworming.

Kruidenmengsels voor meer variatie
Of je in de zomer naast het mineralenvoer nog iets extra’s wilt bijvoeren, hangt er een beetje van af hoe soortenrijk de weiden zijn. Heb je weiden met veel verschillende kruidensoorten, waar het niet alleen groen is maar ook bloeit, dan halen de paarden daar in principe alle secundaire plantaardige stoffen uit de weidekruiden die ze nodig hebben. Zijn de weiden echter meer groen dan bloeiend, dus vooral gras en maar weinig kruidenplanten, dan is een brede kruidenmengsel een goede optie, die ongeveer nabootst wat er ook op de weiden zou groeien als onze percelen niet zo intensief beheerd waren.
Tegenwoordig zijn er geweldige kruidenmengsels verkrijgbaar, zoals de OKAPI Vierseizoenenvoer Zomerkruiden. Er zijn natuurlijk ook andere aanbieders van kruidenmengsels, maar je moet er vooral op letten dat de mengsels zo breed mogelijk zijn samengesteld (dus bij voorkeur uit elke werkstofgroep een kruid bevatten) en dat de kruiden van farmacopee-kwaliteit zijn. Die zijn wel wat duurder dan wat vaak als “paardenkruiden” wordt verkocht, maar bevatten een hoog gehalte aan werkzame stoffen – en dáár voer je ze tenslotte voor.
Snoepjes voor je lieveling
Natuurlijk mag een jong paard dat het eerste ABC leert – zoals: halster omdoen, meelopen aan het touw zonder de mens omver te lopen, hoeven geven, wandelen… – voor gemotiveerde medewerking af en toe eens een snoepje krijgen. De meeste commerciële paardensnoepjes zijn qua samenstelling echter meer „fastfood“ voor paarden. Daarmee doe je de stofwisseling van je kleine lieveling geen plezier, ook al vindt hij ze misschien superlekker.
Hiervoor kun je een wortel in hele dunne schijfjes snijden, die je dan als jackpot-snoepje geeft. Wortels bevatten veel suiker, dus echt in dunne schijfjes voeren en niet met kilo’s tegelijk.
Hetzelfde geldt natuurlijk voor appels: af en toe een appel in kleine stukjes gesneden als beloningssnoepje is helemaal prima en een echt hoogtepunt op de beloningslijst voor de meeste paarden. Maar geef niet elke dag 3-4 appels. Fruit en groenten bestaan uit pectine, en dat maakt – in overmaat gevoerd – de dikke darm zuur.
Als je een beetje richting circuskunstjes oefent of clickertraining doet, kun je ook heel goed Biostickies of esparcettebrok geven. Dat zijn allemaal brokjes met een diameter van ca. 6 mm. Ze zijn klein genoeg om ze ook eens droog te voeren zonder meteen grote tandproblemen te veroorzaken, en wanneer je ze los als snoepje geeft, is er ook geen risico op een slokdarmverstopping zoals wanneer je een hele emmer voert. Deze twee zijn misschien niet direct de jackpot onder de beloningen, maar toch lekker.

Je kunt ook eens uitproberen of je jonge viervoeter rozenbottels lekker vindt. Dat gaat het beste in de herfst, wanneer ze overal rijp aan de rozenstruiken hangen. Gewoon een handvol plukken en aanbieden – sommige paarden zijn er dol op, andere vinden ze helemaal niet lekker. Dat moet je gewoon met je eigen paard uitproberen. Als ze graag gegeten worden, zijn ze het perfecte natuurlijke snoepje.
De vachtwisseling ondersteunen
Wanneer het vanaf augustus richting de herfstvachtwissel gaat, kun je je jonge paard weer gericht met kruiden ondersteunen, zodat het goed in zijn wintervacht komt. Jonge paarden onder de 6 jaar beginnen duidelijk eerder met de vachtwisseling en ontwikkelen ook een veel dikkere wintervacht dan oudere paarden. Dat komt simpelweg doordat ze hun energie nodig hebben voor de groei en niet veel voor warmteproductie kunnen gebruiken. Daarom moeten ze hun “winterjas” eerder aantrekken en hebben ze vaak een dikke “donsjas” in plaats van het dunne “wintermanteltje” dat veel volwassen paarden in dezelfde huisvesting laten zien.
Dus schrik niet als je jonge paard er vanaf september uitziet als een pluchemonster – dat is bij jonge paarden en bij een passende, natuurlijke huisvesting helemaal normaal. Maar het is wel een intensieve tijd voor de stofwisseling, waardoor het jonge paarden zeker goed kan doen als je ze in deze periode gericht ondersteunt met reinigende kruiden en regelmatig mineralen aanbiedt.
Conclusie
Ook hier geldt weer: minder is meer. Een gezond jong paard moet je niet voortdurend – hoe goed bedoeld ook – volstoppen met allerlei supplementen en kruidenmengsels. Anders maak je van een gezond paard al snel een ziek paard.