Lesedauer 7 Minuten  

Al enkele jaren neemt het aanbod van therapeuten en dieren­natuurgeneeskundigen die bioresonantie aanbieden toe als algen in de drinkbak in de zomer. Het idee klinkt verleidelijk: het apparaat zou op basis van haar-, bloed- of speekselmonsters stofwisselingsziekten, allergieën en andere gezondheidsproblemen kunnen diagnosticeren en deels zelfs complete therapieplannen opstellen of de patiënt automatisch behandelen. Met name therapeuten zonder degelijke opleiding bieden diagnoses en therapieën aan op gebieden waar zij helemaal geen verstand van hebben, want „het apparaat kan en doet alles“. Het loont daarom om eens goed te kijken wat er eigenlijk schuilgaat onder de fraaie, professioneel ogende behuizing van zo’n bioresonantie­apparaat.

Wat is bioresonantie eigenlijk?

Volgens de fabrikanten is bioresonantie een methode om „energie-informatie“ van de patiënt af te tappen en deze voor ons zichtbaar en controleerbaar te maken. De methode gaat terug op een procedure die in 1977 werd ontwikkeld door de arts en medeoprichter van de Frankfurter sectie van Scientology, Franz Morell, en zijn schoonzoon, elektrotechnisch ingenieur Erich Rasche.

De methode werd aanvankelijk MORA genoemd (naar de beginletters van de uitvinders); tegenwoordig is dezelfde methode onder veel verschillende benamingen en apparaatmerken te vinden: bioresonantie, radionica, biocommunicatie, Bicom, BRT, Mora-Color, Audiocolor, diagnostische resonantietherapie (DRT), sequentiële frequentiediagnostiek, Lykotronik-therapie, SomaDyne, VegaSTT, matrixregeneratie­therapie, elektro-acupunctuur, EVA en nog veel meer (1).

Inmiddels zijn er meer dan een dozijn bedrijven die uiteenlopende apparaten in verschillende prijsklassen aanbieden – van een goedkoop instapmodel tot een proftoestel in de hoge vijf cijfers. Het basisprincipe is bij alle apparaten en systemen hetzelfde: het apparaat neemt „pathologische trillingen“ op en maakt deze zichtbaar in de vorm van „diagnoses“ of bevindingen.

Deels zouden de apparaten bovendien in staat zijn deze trillingen om te keren (te inverteren) in genezende trillingen en deze aan het lichaam terug te geven. Sommige apparaten bieden daarnaast de mogelijkheid om terug te grijpen op andere „positieve“ trillingen, bijvoorbeeld van kleuren, helende stenen, fytotherapeutica, sporenelementen, medicijnen enz., om het genezingsproces te ondersteunen.

Er wordt van alles en nog wat gediagnosticeerd en „genezen“: allergieën, kanker, diverse orgaanaandoeningen, orthopedische problemen, auto-immuundefecten en pijn­toestanden; de methode wordt ingezet om te ontgiften na medicijninname of om zware metalen uit te geleiden, maar ook om emotionele trauma’s „op te lossen“.

Volgens het basisprincipe van energie­werk – dat het geheel altijd ook in het detail aanwezig is – hoeven veel apparaten volgens de fabrikanten niet eens op het dier zelf te worden toegepast en zijn ook geen extra gegevens zoals anamnese of bloedbeeld nodig. Het volstaat om delen van het dier (haar, speeksel, bloeddruppel) in het apparaat te plaatsen. Aan de hand van deze probe wordt dan de diagnose gesteld en kunnen nieuwe informatie­patronen „opgetrild“ worden – op de probe voor directe behandeling van de patiënt of op niet-medicamenteuze globuli of water, die vervolgens per post aan de eigenaar worden gestuurd voor orale toediening.

Wat zeggen wetenschap en onderzoek hierover?

In een studie van de Universiteit van Innsbruck werd de werking van bioresonantie­apparaten nauwkeurig onderzocht (15,16). Daarbij werd vastgesteld dat deze apparaten niets anders zijn dan Fourier-frequentie­analysatoren (uitleg vind je hier). Dat wil zeggen: ze meten het overal aanwezige elektronische ruis­signaal of microstromen – en geen lichaamstrillingen. De meting vindt gewoonlijk plaats via twee elektroden, die ofwel door de (menselijke) patiënt in de hand worden gehouden, op het paard worden bevestigd, of waartussen de te meten probe (haar, speeksel, bloed) wordt geplaatst. Afhankelijk van apparaat en toepassing wordt ofwel de huidweerstand gemeten (zoals bij elektro-acupunctuur volgens Voll – EVA), of worden laagfrequente golven die overal aanwezig zijn, met behulp van een versterker (zoals bij een stereo­installatie) opgevoerd en zo „zichtbaar“ gemaakt. De zogenaamd gemeten „scalaire golven“ zijn een pure verzinsel; dergelijke golven zijn in de wetenschap tot dusver niet beschreven (2,16).

Sinds bioresonantie de mainstream heeft bereikt, zijn er tal van wetenschappelijke onderzoeken naar de werking uitgevoerd (3,4,5,6). Met name voor de diagnostiek en behandeling van allergieën zijn veel studies te vinden, die allemaal tot dezelfde conclusie kwamen: bioresonantie deugt op geen enkele wijze om allergieën of „intoleranties“ te diagnosticeren of te behandelen (7,8,9,10,11,12,13,14). Dat geldt ook voor andere aandoeningen (17). In de VS is de toepassing van bioresonantie al sinds 1986 verboden vanwege het ontbreken van bewijs voor de werkzaamheid en de vrees voor oplichterij.

Een van de fraaiste onderzoeken die laat zien hoe absurd en willekeurig bioresonantie­diagnostiek is, werd in 2019 uitgevoerd door Walter Dorsch en Andreas Kolt (18: https://doi.org/10.1007/s15007-019-1859-0). Voor dit onderzoek werden twee bioresonantie­apparaten van de nieuwste generatie getest bij 9 gezonde vrijwilligers (4 vrouwen, 5 mannen), twee mannelijke patiënten met medische bevindingen, een lijk, een portie Leberkäse (vleesbrij) en een vochtig doek. Met gelijke dan wel gefingeerde gegevens over naam, geboortedatum, geslacht, lichaamslengte en gewicht werden herhaaldelijk enkelvoudige metingen en vergelijkings­onderzoeken uitgevoerd van proefpersoon/patiënt/lijkschouwing/Leberkäse en vochtig doek. De proefopzet volgde strikt de aanwijzingen van de fabrikanten.

Het resultaat:

„Bestaande diagnoses van ernstig zieke patiënten werden niet herkend; het lijk werd een uitmuntende gezondheid toegedicht naast een reeks potentiële gezondheidsrisico’s – net als alle proefpersonen. Metingen aan verse Leberkäse en aan een vochtig doek, onder verschillende opgaven van leeftijd, geslacht, lichaamslengte, gewicht en naam, leidden tot de meest uiteenlopende bevindingen met relatieve standaardafwijkingen tot boven 200%. Anderzijds waren resultaten die met identieke proefpersoon- c.q. patiëntgegevens aan het vochtige doek en de vleesbrij werden verkregen, vrijwel identiek aan die welke bij de proefpersonen respectievelijk patiënten waren behaald.“ (18)

De bioresonantie­apparaten waren dus niet in staat de duidelijk verschillende testmaterialen van elkaar te onderscheiden. Een apparaat dat niet eens onderscheid kan maken tussen een levend wezen en een dood object (vochtig doek, Leberkäse) vormt natuurlijk geen geschikte basis voor complexe diagnostiek naar allergie­oorzaken of stofwisselings­stoornissen.

De fabrikanten van al deze apparaten maken er een groot geheim van hoe hun apparaten werken. Maar op basis van de resultaten van Dorsch en Kolt en eerdere onderzoeken mag je aannemen dat dit „geheim“ gewoon schuilt in software die met een toevals­generator – op basis van basis­gegevens (leeftijd, gewicht enz.) – willekeurige diagnostische data samenraapt tot een „bevinding“, die helaas niets met de werkelijke gezondheids­problemen van paarden te maken heeft.

Om de vaardigheden van een therapeut die bioresonantie­onderzoek aanbiedt te testen, bevelen wij van harte de “Leberkäse”-methode aan. Stuur bijvoorbeeld eens wat pluisjes van het hoogpolige woonkamerkleed als „haarmonster“ op, met de gegevens van het pluizige viervoeter­tje (IJslander, 6 jaar of zo). Eens kijken welke spannende allergieën en andere gezondheidsproblemen de tapijt­vezels zoal blijken te hebben…

Bronnen

  • 1. Federspiel K, Bioresonanz-Therapie, Der Skeptiker
  • 2. Kerschner B, Bioscan, Vieva Vital Analyser & Co: Zur Diagnose nutzlos; Medizin transparent, 2020
  • 3. Ernst E, Bioresonance, a study of pseudo-scientific language; Forschende Komplementärmedizin Und Klassische Naturheilkunde, 2004
  • 4. Hümmler, HG, Relativer Quantenquark: Kann die moderne Physik die Esoterik belegen? Springer Verlag 2017
  • 5. Wüthrich B et al., Bioresonanz – diagnostischer und therapeutischer Unsinn; Dermatologie, 2014
  • 6. Berggold O, Der sogenannte Medikamententest in der Elektroakupunktur; Zeitschrift für Allgemeinmedizin, 1976
  • 7. Bresser H, Allergietest mit der Elektroakupunktur nach Voll; Der Hautarzt, 1993
  • 8. Hörner M, Bioresonanz: Anspruch einer Methode und Ergebnis einer technischen Überprüfung; Allergologie, 1995
  • 9. Kofler H et al., Bioresonanz bei Pollinose. Eine vergleichende Untersuchung zur diagnostischen und therapeutischen Wertigkeit; Allergologie, 1996
  • 10. Niggemann B et al., Unkonventionelle Verfahren in der Allergologie. Kontroverse oder Alternative?; Allergologie, 2002
  • 11. Schönie MH et al., Efficacy trial of bioresonance in children with atopic dermatitis; International Archives of Allergy and Immunology, 1997
  • 12. Schultze-Werninghaus G, Paramedizinische Verfahren: Bioresonanzdiagnostik und -Therapie; Allergo J., 1993
  • 13. Wandtke F, Bioresonanz-Allergietest versus pricktest und RAST; Allergologie, 1993
  • 14. Wüthrich B: Unproven techniques in allergy diagnosis; J. of Investigational Allergology & Clinical Immunology, 2005
  • 15. Cap F, Bioresonanz: Diagnostik und Therapie. Vortrag im Rahmen einer Sitzung der Arbeitsgemeinschaft Allergologie, ÖGD Innsbruck, 1993
  • 16. Cap F Bemerkungen eines Physikers zur Bioresonanz; Allergologie 1995
  • 17. Püschel K et al., Scharlatanerie mit tödlichem Ausgang; Münchner Medizinische Wochenzeitschrift, 1996
  • 18. Dorsch W et al., Testverfahren zur Überprüfung der Aussagekraft von Bioresonanz-basierten medizinischne Befunden – der Leberkäse-Test; Allergo Journal, 2019
Team Sanoanimal